De opgravingen leverden honderden uitstekend bewaarde weerhaakspitsen op.
Dit is al wat rest van de werktuigen die bij de jacht en de visvangst bij en
in het Edwardmeer gebruikt werden. Die werktuigen bestonden immers niet alleen
uit deze spitsen, maar ook uit houten schachten en banden uit onbepaald organisch
materiaal (dierenpezen, lianen...)
Oorspronkelijk waren deze spitsen in been vervaardigd. Maar door de
vulkanische aard van het gebied fossiliseerde het been heel vlug: het is steen
geworden. De mensen maakten de spitsen op de oever van het meer. Er zijn spitsen
gevonden in alle productiestadia, alsook bij de vervaardiging gebruikte
snijwerktuigen en polijststenen. Een hele werkplaats!
Er is een verschil tussen een eenvoudige weerhaakspits en een harpoenspits.
Het hangt ervan af hoe de spits aan de schacht zit: een harpoenspits kan
losgemaakt worden en een weerhaakspits zit er altijd aan vast.