Sinds zijn ontdekking in 1950 liet dit eerste beentje veel van zich horen. Het is nu immers een van de sterren van de Afrikaanse archeologie!
Wat is het eigenlijk?
Eerst en vooral is het een snijwerktuig in perfecte toestand, dat bestaat uit een stukje kwarts en een steel in gefossiliseerd been. Alleen al hierdoor is het een uitzonderlijk voorwerp, want volledig bewaarde samengestelde prehistorische werktuigen zijn uiterst zeldzaam.
Maar wat nog?
Bovendien is de steel ingekerfd met 168 evenwijdige groefjes. Die vormen
groepjes, die met regelmatige tussenruimtes, in drie kolommen staan. Jean de
Heinzelin vond in deze schikking een aantal merkwaardige wiskundige verbanden.
Maar die zijn tot nu toe nog niet bewezen, want nog nooit zijn dergelijke streepjes
elders waargenomen.
